We dikken de entree van de kerk (de rand) op. We omarmen de kerk, zetten de kerk op een pied de stalle. Een opgedikt RAAKVLAK wordt een MULTIPLEK.
In deze contour organiseren we een verharde oppervlakte voor een terras, een ommuring voor de belevingstuin/buitenkamer, een entree, een plek om te verblijven, een MULTIPLEK. De bestaande tuinmuurtjes willen we vormgeven en uitbreiden als een belevingsmuur. Ze verschillen in hoogte, dikte en functie. Je kan er zitten, tafelen of schuilen. Ze zijn een plek van ontmoeting tussen mens, dier en landschap.

Dit alles zorgt voor een zachte en vriendelijke ontvangst ongeacht de activiteit. Het landschap en de gemeenschap lopen terug door tot ‘tegen’ en ‘in’ de kerk. De kerkmuur is doorwaadbaar. De kerk vormt een doorwaadbare shelter overheen de binnenactiviteiten.

Deze ogenschijnlijk eenvoudige combinatie van ingrepen heeft een genereuze uitkomst en geeft als resultaat meer dan gevraagd: een huis voor verschillende gebruikers!

Door het juist schikken van de ondersteunende functies en de inbreng van de sokkel ontstaat er een veelzijdig inzetbaar programma, gebruik en deelgebruik.