Een aan de rand van de stad gelegen karaktervolle rijwoning met een treintje aan koterijen. De storende achterbouwsels verhinderen de connectie met de tuin en nemen het licht en doorzicht weg. Het perceel is langs voor en achter omsloten door een straat. Het betreden gebeurt langs beide zijden, wat we zien als een troef binnen stedelijke context.

Het idee vraagt een nieuwe start. Wat ooit is bijgebouwd breken we af. De karaktervolle hoofdbouw aan het ene uiteinde en de functionele garage aan het andere uiteinde laten we staan. We zoeken naar een gelijkwaardige betreding van de woning. De achterdeur wordt ook een voordeur. De leegte ertussen, een langgerekte tuin, begrensd door de te behouden volumes en tuinmuren toont zijn kwaliteit als STADSKAMER. Het gevraagde programma vraagt echter meer ruimte. We kiezen ervoor deze ruimte(s) toe te voegen volgens het reeds aanwezige principe van de opeenvolging van kamers.

Een meanderende lijn als raakvlak tussen binnen en buiten bepaalt de opeenvolging en aaneenschakeling van deze KAMERS. Van binnenkamers en buitenkamers, tuinkamers en stadsoase.

VERBOUWING I HASSELT I 2018-2021 I FOTO’S TIM VAN DE VELDE

LE CORBUSIER, PARIJS, 1931, APARTMENT OF CARLOS DE BEISTEGUI

Previous
Previous

vol-ledig

Next
Next

gestalte